Misschien wel het grootste probleem met mijn zicht heet visuele simultagnosie. Als ik naar iets kijk, ervaar ik het heel anders dan vroeger. In plaats van alles tegelijk waar te nemen, zie ik steeds maar één klein stukje van het geheel. Ik zie geen gezicht als dusdanig, maar ik zie een oog, een neus, een mond. Ik zie ze allemaal, maar ik kan ze niet gelijktijdig in mijn hoofd houden. Het beeld komt maar niet samen samen tot een geheel.
Tijdens de eerste weken van mijn revalidatie had ik er geen naam voor, en die diagnose werd uiteindelijk pas in november gesteld, acht maanden na de beroerte. Ondertussen zocht ik tevergeefs naar een manier om dit uit te leggen die verstaanbaar zou zijn voor anderen.
‘Een glimp’ vind ik nog altijd mijn beste poging om het uit te leggen, al is mijn vrouw daar niet zo gelukkig mee!
UZ Gasthuisberg, maart 2017
Je zal het mij niet vaak horen zeggen, en begrijp me alsjeblieft niet verkeerd wanneer ik zeg dat ik altijd graag naar de meisjes keek. Voor mij is er niets mooier in heel Gods schepping dan dat heel specifieke samenspel van lijn, vorm, kleur, licht, schaduw, structuur en balans. Niet voor niets het onderwerp van ontelbare kunstwerken. En ik vraag mij af: Hoe is het mogelijk dat we zoveel schoonheid allemaal in één glimp kunnen opvangen? Het is nu drie weken sinds mijn beroerte en in die drie weken heb ik veel mooie meisjes leren kennen. Die vind je nu eenmaal in een ziekenhuis.
Zo heb ik ooit mijn vrouw leren kennen, al was ik toen geen patiënt!
Maar nu is misschien wel mijn grootste probleem dat ik niet meer alles in één glimp kan opvangen . Elke dag doe ik oefeningen om mijn hersenen nieuwe strategieën aan te leren om juist daar mee om te kunnen gaan.
Noem mij dus alstublieft geen viezerik als ik het jammer vind dat ik niet meer op dezelfde manier naar de meisjes kan kijken zoals vroeger.
Be First to Comment