Ik zou toch beter naar mijn hond moeten leren luisteren…
Tervuren, april 2020
Het is 09:30. Ik sta voor de ontbijttafel. Ik sta hier meer dan een half uur, al ben ik heel die tijd zeker niet blijven stilstaan. Iemand heeft al voor mij ontbeten, maar er is nog niet afgeruimd, dus ben ik dat maar beginnen doen. Dat duurt vrij lang als je letterlijk het bos door de bomen niet meer ziet, en het is ongelooflijk vermoeiend.
Ik kijk naar de tafel en ik zie dat er nog altijd van alles op ligt. Ik heb de indruk dat het eigenlijk niet zo veel is, dat het eigenlijk wel mee valt, maar het is zo warrig dat ik dat niet met zekerheid kan zeggen. Ik ben bewust van het links-rechts schudden van mijn hoofd, altijd een teken dat het visueel moeilijk met mij gaat. Ik til mijn dienblad op, om het proper te maken, maar ik merk de melkkarton niet die daarop ligt. Gelukkig zit het dopje goed aangeschroefd, of moest ik dat ook nog opkuisen.
Lastige hond!
Plots voel ik iets aan mijn been. Het is de neus van een opgewonden hond. Hij duwt mij met zijn neus telkens weer. ‘Allé Nino, ik ben bezig’ zeg ik. Ik probeer hem weg te duwen, maar daar wil hij niets van weten. Hij wil iets zeggen, zoveel is duidelijk, maar ik heb geen idee wat het zou kunnen zijn. Ik heb nu écht geen tijd om het uit te puzzelen, en de drukte van Nino maakt het allemaal nóg moeilijker. Maar hoe meer ik hem weg duw, hoe koppiger hij wordt. En dan – ineens – begrijp ik het.
Ik geef mij over. Ik laat de tafel voor wat het is en samen stappen we naar mijn zetel. Tien minuten later zitten we daar nog steeds: Nino met zijn hoofd op mijn schoot en ik met mijn arm om hem heen. Ik heb nog altijd geen ontbijt gehad, maar ik voel mij stukken beter.
Ik zou toch meer naar mijn hond moeten luisteren.
Be First to Comment